Jan van der Burg
* Maassluis 3 februari 1892
† Melk (Aussenkommando K.L. Mauthausen), Oostenrijk 8 of 12 februari 1945
II
Op zoek naar een overlijden
Van informatieverzoek naar overlijdensakte
Vervolgens vulde de Rode-Kruisvertegenwoordiger in Berlijn een voorgedrukte en in het Duits gestelde systeemkaart in met de bekende gegevens, die door het Standesamt integraal overgenomen werden in de overlijdensakte.
II
Op zoek naar een overlijden
Stand van het onderzoek
Naam van Jan van der Burg op het Oorlogsmonument in Maassluis. Foto: G. de Jong, 2020. |
Vorig jaar schreef ik hier een eerste blog over Jan van der Burg, lid van het Geuzenverzet en overgrootvader van mijn kinderen, in een poging zijn laatste levensfase in Duitse concentratiekampen helderder te krijgen. Ik sprak toen ook de verwachting uit op het verhaal terug te kunnen komen, met meer details en een completer en nauwkeuriger historisch verhaal. Nu, vijfenzeventig jaar na de Bevrijding, is dat inderdaad mogelijk.
Jan van der Burg (1892-1945) |
Direct na het schrijven van het eerste stuk in mei 2019 heb ik een aantal zoekacties opgezet. Zo heb ik toestemming gevraagd voor inzage in het oorlogsarchief van het Nederlandse Rode Kruis en deed ik een informatieverzoek bij de Arolsen Archives: International Center on Nazi Persecution. Na zes maanden wachten kreeg ik van het Nationaal Archief in Den Haag bevestiging dat er een Rode-Kruisdossier van Jan bestond dat ik kon inzien. Dat heb ik in januari 2020 gedaan. In de loop van vorig jaar is het archief in Arolsen steeds meer stukken online gaan zetten en ben ik daar eens in gaan neuzen. Dat leverde diverse persoonlijke gegevens op over Jan gedurende zijn tijd in Buchenwald en Lublin. Maar Arolsen reageerde medio februari 2020 ook op mijn eerdere schriftelijke informatieverzoek, met een dossier van meer dan 100 pagina’s met veel detailinformatie. Veel meer dan via de online index beschikbaar is. Saillant detail is dat Arolsen mij de gegevens stuurde op 12 februari 2020, precies 75 jaar na Jans dood (volgens de officiële overlijdensakte).
Hiermee is het onderzoek in een stroomversnelling geraakt, met heel veel werk nog te doen in de analyse van alle archiefstukken, maar ook aanvullend onderzoek. Een deel daarvan is inmiddels afgerond. Zo vond ik in het archief van het gemeentebestuur van Maassluis een dossier met informatie over de oorlogsdoden van de gemeente en een dossier over arrestaties en vrijlatingen van verzetsstrijders. Beide dossiers heb ik gefotografeerd en zijn nu onderwerp van nadere studie.
Crematorium K.L. Melk. Foto: G. de Jong, 2020. |
Tenslotte kreeg ik op 9 februari een emailtje van Jans achterkleinzoon Geert de Jong, die meldde op dat moment in Oostenrijk te zijn. Hij vroeg zich af of het zinnig zou zijn langs Melk en Mauthausen te rijden voor een bezoek. Ja, was natuurlijk mijn antwoord en Geert heeft beide kampen bezocht en hiervan verslag gedaan. Jan van der Burg wordt in de Herdenkingsmonumenten van zowel Melk als Mauthausen vermeld. Enkele van de foto’s die hij gemaakt heeft zijn in dit blog opgenomen.
Tot zover de stand van het onderzoek, maar nu nog de bevindingen. Omdat het om zoveel nieuwe informatie gaat knip ik de verslaglegging in stukjes, ook omdat al die informatie nog veel tijd vraagt om goed te verwerken. In volgende blogs zal ik Jans tocht door de verschillende kampen tussen 1941 en 1945 nader belichten. Hier richt ik mij op die ene prangende vraag wanneer Jan nu precies overleden is, op 8 of op 12 februari 1945. Welke datum is de juiste en waarom worden er twee verschillende data genoemd?
Op zoek naar vader
Toen begin mei 1945 de Tweede Wereldoorlog in Europa ten einde kwam leverde dat een stroom van terugkerende gevangenen uit de concentratiekampen van de Duitsers op. En met hen ook een stroom aan berichten over degenen die het niet gered hadden.
Gedenkplaat voor de Nederlandse slachtoffers die in het K.L. Melk overleden zijn, met vermelding van Jan van der Burg. Foto G. de Jong, 2020 |
Tegelijkertijd werden er door het Internationale Comité van het Rode Kruis en door de geallieerde bezettingsmacht in Duitsland en Oostenrijk organisaties opgezet om de doden en overledenen in de concentratiekampen te registreren. Het zal duidelijk zijn dat dat in de chaos van het einde van de oorlog geen simpele taak was.
De eerste berichten over Jan van der Burgs dood werden aan de familie in Maassluis overgebracht door een goede vriend van Jan, Henk van Rijn, waarmee, aldus zoon Ary van der Burg, Jan ‘gedurende zijn hele gevangenschap was samen geweest’ ('Zo Burgie...'). Dit wordt bevestigd in een brief van oudste zoon Gert van der Burg, van 28 december 1946, aan het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag. Uit de brief blijkt hoe summier de familie geïnformeerd was en dat men geen enkele officiële bevestiging had van de dood van hun man en vader. Wel wordt aan het einde van de brief een vermoedelijke overlijdensdatum genoemd: 8 februari 1945.
Brief van zoon Gert van der Burg aan Afwikkelingsbureau Concentratiekampen:
Brief van zoon Gert van der Burg aan Afwikkelingsbureau Concentratiekampen:
Mijne Heeren,Zijn U gegevens bekend, of is het u mogelijk deze te verkrijgen omtrent mijn Vader, de Heer Jan van der Burg, die volgens mededeeling van mede-gevangenen overleden is in een Duitsch concentratiekamp.
Ter Uwer informatie kan ik U het volgende, dat ons bekend geworden is, mededeelen.Naam: Jan van der Burg, Geboren 3 Februari 1892Woonplaats: Maassluis, Weverskade 13
Op 16 Januari 1941 werd hij gevangen genomen en naar het Oranjehotel overgebracht. Daar is hij betrokken geweest in het “Geuzen-proces”. Na uitspraak daarin werd hij naar Buchenwald vervoerd. Van Buchenwald uit werd hij na ongeveer 2 jaar naar een D.A.W. Lager in Lublin gezonden. Nadien hebben wij nog een brief ontvangen uit het kamp Auschwitz van waaruit hij, volgens verklaring van een medegevangene, de Heer H. van Rijn te Maassluis, naar het kamp Mauthausen gevoerd zou zijn. Bij aankomst daar eind Januari 1945 moet hij nog in vrij goede lichamelijke conditie zijn geweest. Vanuit Mauthausen is hij toen, volgens mededeeling van den Heer Van Rijn, naar een zgn. arbeidskamp aan de Donau, Mellik of Melk genaamd, gevoerd zijn waar hij in steengroeven gewerkt heeft. Daar zou hij op 8 Februari 1945 overleden zijn.
Mijn moeder, Mevr. A. van der Burg-Borst, Weverskade 13, Maassluis, zou het zeer op prijs stellen wanneer U deze feiten zoudt willen controleren en zoo mogelijk verifieeren. Alle hieraan verbonden kosten kunt U mij in rekening brengen.
Mocht U nog nadere bijzonderheden bekend zijn of bekend worden, zoudt U ons deze dan willen mededeelen? Bij voorbaat dank voor uw bemoeiingen.
Hoogachtend,[w.g.] G. van der Burg Jz.
Het gebrek aan informatie is opmerkelijk te noemen, als men weet dat het Nederlandse Rode Kruis al in juni 1945, op basis van interviews met teruggekeerde gevangenen, geïnformeerd was over Jans dood. Met name de verklaring van ene Jan van Harberden, aanwezig in het Rode-Kruisdossier, is belangrijk. Dezelfde Van Harberden bevestigde in augustus 1947, in een brief over de lotgevallen van een ander gevangene, nog eens wat hij al in juni 1945 verklaard had: Jan van der Burg was in februari 1945 in Melk overleden.
Van informatieverzoek naar overlijdensakte
Het verzoek van zoon Gert was aanleiding voor het Rode Kruis om nader actie te ondernemen. Men antwoordde Gert van der Burg dat:
‘[…] volgens lijsten, respectievelijk van het Comité International de la Croix Rouge te Genève en van de 3de Amerikaansche Legergroep, Jan van der Burg, geboren 3 Februari 1892, is overleden op 12 Februari 1945 te Mauthausen aan longontsteking.’
Sterbeurkunde Jan van der Burg, opgemaakt door Standesamt Grosz-Berlin 5 december 1947, op gezag van het Nederlandse Rode Kruis. Nationaal Archief, Archief Rode Kruis blok I-28541, inv. nr. 38523. |
De vertegenwoordiger van het Rode Kruis in Den Haag zegde verder toe zo snel mogelijk voor een overlijdensakte te zullen zorgen. Daartoe informeerde hij de Nederlandse vertegenwoordiger van het Rode Kruis in Berlijn, met een overzicht van alle beschikbare gegevens over Jans dood. Die laatste bevestigde de informatie, waarop – het is inmiddels eind september 1947 – het Rode Kruis de gemeente Maassluis verzocht om een uittreksel uit het bevolkingsregister van zijn weduwe ‘A. van der Burg-Borst.’ Op 29 oktober 1947 volgde een officieel verzoek aan het Amt für die Erfassung der Kriegsopfer te Berlijn om een overlijdensakte op te maken. Dit resulteerde in de overlijdensakte, afgegeven door het Standesamt von Grosz-Berlin, gedateerd 5 december 1947, die afgedrukt is bij het eerste blog. Andere exemplaren van deze akte werden aangetroffen in het Rode-Kruisdossier en in het archief van het gemeentebestuur van Maassluis.
De totstandkoming van de overlijdensakte is curieus te noemen. Uit het Rode-Kruisdossier blijkt dat de vertegenwoordiger in Den Haag vertrouwde op de verzamelde informatie van verschillende bronnen om tot een overlijdensdatum van 12 februari 1945 te komen. Hij noemde hierbij het Internationaal Comité van het Rode Kruis, de 3de Amerikaanse Legergroep, de verklaring van Van Harberden, maar ook informatie ‘uit München’ en een verklaring van een andere informant, een zekere S.Ed. Branders of Brandes uit Amsterdam. Behalve voor de verklaring van Van Harberden zitten er echter geen onderliggende stukken in het dossier, waaruit zou kunnen blijken hoe betrouwbaar de informatie precies is.
Barak in K.L. Melk. Foto G. de Jong, 2020. |
Zoekgeraakt in de administratie
Had de familie nu zekerheid over de dood van Jan van der Burg? Ja zou men zeggen, er was immers een officiële overlijdensakte. Nee, luidt echter het antwoord, want die akte heeft de familie vermoedelijk nooit bereikt. Na ontvangst van een setje van drie officiële afschriften van de akte stuurde het Rode Kruis in Den Haag op 15 januari 1948 één exemplaar aan de gemeente Maasluis, ter registratie. Tegelijkertijd zond men een briefje aan de weduwe A. van der Burg-Borst, met de mededeling dat de gemeente Maassluis een exemplaar van de akte had en dat zij daar een extract kon aanvragen. Of de familie hierop bij de gemeente actie ondernomen heeft en wat daarvan het resultaat was is onduidelijk. De familieverhalen zoals ik die ken suggereren dat men nimmer officieel geïnformeerd was over het overlijden van Jan of daar stukken van had / heeft.
Maar het verhaal wordt nog curieuzer. Toen Gert van der Burg in december 1946 zijn brief aan het Rode Kruis stuurde had die instelling al lang en breed de gemeente Maassluis geïnformeerd over Jans vermoedelijke dood. Al op 29 april 1946 informeerde men de gemeente middels een voorgedrukt formulier als volgt:
‘Ten behoeve van Uw administratie deel ik U mede, dat volgens bij mijn bureau binnengekomen gegevens te Mauthausen (land Dsl) zou zijn overleden: van der Burg, Jan, geb. 5-2-1892 [sic]. Bijzonderheden: overleden 12-2 -’45. Gegevens verkregen van Internationale Rode Kruis.’
Dat briefje werd ook teruggevonden in het archief van de gemeente Maasluis. Klaarblijkelijk vond de gemeente het niet nodig de familie hiervan op de hoogte te stellen, anders was de brief van Gert niet nodig geweest. Zoals gezegd bevindt ook de in januari 1948 opgestuurde overlijdensakte zich in het archief van de gemeente Maassluis. Opnieuw zonder verdere actie van die zijde naar de familie toe.
En daarmee is het verhaal nog niet klaar. Uit nader onderzoek is namelijk gebleken dat de gemeente Maassluis op heel vreemde wijze omgegaan is met de administratie van haar oorlogsdoden. In de buurgemeente Vlaardingen zijn, mede op basis van via het Rode Kruis ingekomen overlijdensakten, de overledenen ingeschreven in de overlijdensregisters van de burgerlijke stand. Maassluis heeft ervoor gekozen dat niet te doen. Dus ligt er een map met tientallen Duitse overlijdensaktes in het archief, die nooit geregistreerd zijn. Of de gemeente Maassluis hiermee binnen de kaders van de wet- en regelgeving opereerde is een open vraag, maar vreemd is het wel.
Persoonskaart bevolkingsregister van Jan van der Burg, met aantekening door gemeente Maassluis van vermoedelijk overlijden op 8 februari 1945. Gemeente Den Haag, Vestigingsregister. |
8 of 12 februari 1945?
Uiteindelijk is ook de vraag of Jan op 8 of 12 februari 1945 in Melk overleden is nog niet beantwoord. Er is de officiële Duitse overlijdensakte, waarvan we nu weten hoe hij tot stand is gekomen. Maar er zijn nog geen onderliggende bronnen boven water gekomen die bevestigen dat 12 februari de juiste datum is.
Voor de datum van 8 februari weten we uit de brief van Gert dat de bron hiervoor bijna zeker Henk van Rijn is, die met Jan in Melk vastzat. Maar die datum wordt niet nader onderbouwd met details. Wel is hij overgenomen in het Dodenboek van het Oranjehotel, mogelijk op gezag van de familie. Daardoor heeft die datum ook een zekere officiële status gekregen.
Naar aanleiding van de merkwaardige administratieve praktijk van de gemeente Maassluis heb ik onderzocht wat er gebeurd is met de persoonskaart van Jan. De persoonskaart is de inschrijving in het bevolkingsregister bij de gemeente van inwoning. Na iemands dood wordt de kaart naar het Centraal Bureau voor de Statistiek opgestuurd en daarna bewaard door het CBG | Centrum voor Familiegeschiedenis in Den Haag. Daar bleek Jans kaart echter niet te zijn. Waar dan wel? De andere mogelijkheid was dat de kaart opgestuurd is naar de gemeente Den Haag, die optreedt als bewaarder van het zogenaamde Vestigingsregister. Daarin worden de kaarten bewaard van personen die niet langer in Nederland wonen. Inderdaad werd de kaart van Jan van der Burg hier aangetroffen. Met een bijzondere aantekening erop.
Uit de kaart (zie afbeelding) blijkt dat de gemeente al op 29 december 1945 geregistreerd heeft dat Jan vermoedelijk was overleden op ‘8 Februari 1945 in het concentratiekamp Melk, blok 7 (Oostenrijk) tengevolge van longontsteking.’ Maar waarop baseerde men deze informatie dan? Niet het Rode Kruis. En een mondelinge verklaring van een ooggetuige zal ook niet voldoende geweest zijn. Het archief van de gemeente geeft verder geen uitsluitsel.
Ten leste is er het materiaal opgestuurd door de Arolsen Archives. Tussen die stukken bevonden zich meerdere dodenlijsten van het Concentratiekamp Mauthausen en de verschillende satellietkampen, waaronder Kamp Melk (ook wel Kamp Quarz genoemd). Alle lijsten vermelden als overlijdensdatum 12 februari 1945.
Uitsnede uit het Boek van overledenen, Mauthausen. |
De belangrijkste lijst is een oorspronkelijk Duits overzicht van overledenen, dat chronologisch opgemaakt is met datum en tijd van overlijden (zie afbeeldingen). Hierin staat Jan van der Burg als overleden op 12 februari 1945 om 18:40 uur. Als doodsoorzaak wordt aangegeven ‘Herzschwäche – Herzmuskelentzündung,’ in plaats van het door getuigen opgegeven ‘longontsteking.’ Bekend is echter dat de Duitsers van de doodsoorzaken nogal een potje maakten en een aantal standaardoorzaken hanteerden die met willekeur aan de overledenen toegewezen werden. Als je de pagina goed bekijkt zie je dat er nogal veel gevangenen aan ‘hartzwakte’ zijn overleden. Er is echter weinig reden om te twijfelen aan datum en tijd die op de lijst vermeld staan.
Conclusie
Op basis van de documenten uit Melk zelf kunnen we stellen dat de overlijdensakte inderdaad de juiste datum weergeeft. Waarom getuigen, met name Henk van Rijn, 8 februari hebben opgegeven aan de familie en hoe en waarom die datum in het Dodenboek en op de persoonskaart terecht is gekomen zal wel altijd een raadsel blijven.
Reacties
Hier een overzicht van reacties die niet in de commentaren terecht zijn gekomen:
L. van der Burg, 5 mei 2020
(Een reactie van mijn schoonzuster, die haar oma, de weduwe van Jan van der Burg nog gekend heeft, geeft meer context aan het verhaal en voegt een persoonlijke noot toe:)
"Ik blijf van de ene verbazing in de andere vallen door je ontdekkingen. Met name de houding van de gemeente Maassluis, geen enkele info of zorg naar de overlevenden, wat ook invloed had op hun leefsituatie met name geen pensioen voor Oma want geen overlijdens certificaat. En toch jaren later, wel een straat naar hem vernoemen."
Reacties
Hier een overzicht van reacties die niet in de commentaren terecht zijn gekomen:
L. van der Burg, 5 mei 2020
(Een reactie van mijn schoonzuster, die haar oma, de weduwe van Jan van der Burg nog gekend heeft, geeft meer context aan het verhaal en voegt een persoonlijke noot toe:)
"Ik blijf van de ene verbazing in de andere vallen door je ontdekkingen. Met name de houding van de gemeente Maassluis, geen enkele info of zorg naar de overlevenden, wat ook invloed had op hun leefsituatie met name geen pensioen voor Oma want geen overlijdens certificaat. En toch jaren later, wel een straat naar hem vernoemen."
Bronnen
Arolsen Archives: International Center on Nazi Persecution, Samengesteld dossier over Jan van der Burg, DOKUMENTETD7017006, 2 delen, beschikbaar gemaakt 13 februari 2020:
- Diverse dodenlijsten K.L. Quarz (Melk), waaronder archiefnr. 1.1.26.1, inv. nr. 1289990, Book of deceased CC Mauthausen.
Gemeente Den Haag, Vestigingsregister, Kopie persoonskaart Jan van der Burg.
Nationaal Archief, Archief Nederlandse Rode Kruis, Bloknummer I 28541, inventarisnummer 38523:
- Verklaring van J. van Harberden, opgenomen in ontvangstcentrum Zundert: Jan van der Burg, werkzaam te Melk, gestorven aan longontsteking april 1945, gecremeerd [“verbrand”]. Gestempeld 15 juni 1945. [N.B. de vermelding “april 1945” zal een verschrijving geweest zijn.]
- Brief G. van der Burg aan Afwikkelingsbureau Concentratiekampen, Schiebroek 28 december 1946.
- Brief J. van Harberden aan nabestaanden Piet Moree, Amsterdam 24 augustus 1947 (kopie).
- Brief Nederlandse Rode Kruis (Van Vosse) aan ambtenaar burgerlijke stand Maassluis, Den Haag 15 januari 1948, met extract uit het overlijdensregister Berlijn, conform rondschrijven Minister van Justitie 8 maart 1946, nr. 1552.
- Briefje Nederlandse Rode Kruis (Van Vosse) aan A. van der Burg-Borst, Den Haag 15 januari 1948.
- Diverse correspondentie tussen Nederlandse Rode Kruis in Den Haag en instanties in Berlijn, 1946-1947.
- Diverse registratiekaarten Nederlandse Rode Kruis in Den Haag en uit Duitse concentratiekampen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten